31/12/2006

.










.
.
.
.
copyright 2004 Evert Elzinga
.

Mirjam Ruijter
Nassaukade 303 – 4
1053 LN Amsterdam
020 6129177
mirjamcs@gmail.com

Amsterdam, 1 november 2006

Geachte burgemeester en wethouders,

In antwoord op de beschikking d.d. 25 september 2006 van het CIZ Amsterdam, kenmerk D 74371 WRA, maak ik bezwaar tegen de weigering van vergoeding van een voor mij levensnoodzakelijke luchtreinigingsinstallatie.
Het onderzoek door de keuringsarts van het CIZ naar de door u gerapporteerde klachten leverden geen diagnose op.
De keuringsarts van het CIZ heeft mij niet onderzocht.
MCS is een milieu-effect: Vast staat dat jaarlijks duizenden mensen tien jaar eerder overlijden als gevolg van de luchtvervuiling.
De WHO schat dat 24% van alle ziektes ontstaan door milieu-effecten.
Medicijnen bestaan niet tegen de klachten veroorzaakt door gassen; alleen conditie verbeterende en ontgiftende middelen bieden hulp naast het tot nu toe enige werkende middel: Het vermijden van de stoffen waar overgevoeligheid voor bestaat. Reguliere medicijnen zijn meestal extra belastend voor een organisme dat al overbelast is. Het voorgenomen darmonderzoek naar voedselallergie biedt mogelijk in de toekomst verbetering van de conditie doordat allergene voedingsmiddelen en overgevoeligheid veroorzakende stoffen die via voedsel binnenkomen daarna uitgesloten kunnen worden waardoor de lekke darm kan herstellen.
In Nederland zijn het dag en nacht aangesloten zijn op mijn mobiele luchtfilter of een luchtreiniger die mijn hoofdslaapzak of een tentje opblaast, naast een woningaanpassing in de vorm van een luchtreinigingsinstallatie die overdruk bewerkstelligt, de enige mogelijkheden om met in verhouding milde klachten te kunnen functioneren. De apparaten die ik nu heb zijn zeer belastend en risicovol doordat het draagbare apparaat zwaar is, ze beide lawaai maken en ook door het vrijkomen van schadelijke weekmaker- en andere gassen uit de kunststoffen waaruit ze bestaan.
Er bestaat ook een risico om voor de kunststofmaterialen overgevoelig te worden.
Vooralsnog is uit medisch oogpunt niet aangetoond dat het gebruik van een type luchtzuiveraar de klachten verminderen.
Naar ons oordeel kwam het advies op een zorgvuldige wijze tot stand.
Dit bestrijd ik. Lichamelijk onderzoek is daar door medici bij mij niet naar gedaan; de voorhanden zijnde onderzoeken zijn te belastend en gevaarlijk; zoals bijvoorbeeld: provocatie met chemische stoffen en via een ruggeprik aantonen dat ze naar de hersenen gaan.
Dr. Meinardi bood deze test aan en raadde die tegelijk af wegens de hiervoor genoemde redenen plus ook omdat de tolerantiedrempel voor die stoffen, door de provocatie ermee, daardoor nog meer wordt verlaagd. Hij zegt dat het vooralsnog aan de patiënt overgelaten moet worden te bepalen wat deze schade berokkent en wat hem/haar helpt.
Mijn meer dan 20 jarige ervaring heeft mij uitgewezen welke relatie er bestaat tussen specifieke soorten luchtvervuiling en klachten. Ik ervaar het als een belediging dat mijn lijden en conclusies, door verschillende artsen, zoals mijn vorige huisarts, dr. Nijhof en de arts van het CIZ onvoldoende serieus genomen worden. Mijn ervaringen sinds 1986, toen ik ziek werd door een vloer te schilderen met een polyurethaanlak met isocyanaten (daarna voor binnen verboden!) hebben aangetoond dat door het gebruik van luchtzuiveraars mijn vijftig à zestig verschillende klachten verminderen en voor een groot deel geheel verdwijnen. Daarop is natuurlijk mijn beslissing om altijd met een lastig apparaat met dito geluid en gewicht te lopen en in een plastic zak of tent opgeblazen door een luchtreiniger te slapen, gebaseerd.
Zorgvuldig zou zijn: Eerst onderzoek te doen naar de oorzaken en de daaruit voortkomende klachten naast het raadplegen van wetenschappelijke literatuur over MCS en vooral natuurlijk: afgaan op de diagnoses/uitspraken/voorschriften van mijn specialist dr. Meinardi (070 3648441) en de arts die ik al meer dan tien jaar consulteer: dr. Blomme (0229 218833)
Uit het advies blijkt dat u bent geconsulteerd door de heer Nijhof van het CIZ.
Dr. Nijhof (020 6730510) is mijn vorige huisarts; mijn tegenwoordige huisarts is dr. A. Bos, praktijk houdende op Weteringschans 72 (020 6249228) En wat ik al beschreef: ik ben niet door een arts van het CIZ gezien.
Uit deze informatie komt naar voren dat u bekend bent met een niet officiële diagnose, waarbij er sprake is van MSC (mutiple chemical sensitivity). Echter in de reguliere geneeskunde is er geen harde onderbouwing voor het nut en de noodzaak van de door u aangevraagde luchtzuiveraar gelet op de vermelde diagnose. In het rapport voor de Gezondheidsraad over MCS, publicatie nr 1999/01 staat: De conclusie moet zijn dat de op dit moment beschikbare informatie geen medisch wetenschappelijke onderbouwing biedt voor het bestaan van ‘multiple chemical sensitivity’ als syndroom of ziekte.
Belangrijk is de alinea in de GR publicatie van 1999 die voor bovengenoemde staat:
Mensen met klachten zijn er echter niet bij gebaat dat deze veelsoortige verschijnselen geforceerd onder één noemer worden gebracht. Die noemer kan het zicht op wat er precies aan de hand is vertroebelen en bemoeilijkt zowel op maat gesneden maatregelen als behandeling van de persoon in kwestie.
De gezondheidsraad vindt het dus van belang dat op maat gesneden maatregelen zowel als behandeling geboden worden!
De conclusie van de
Gezondheidsraad luidt:
De conclusie moet zijn dat de op dit moment beschikbare informatie geen medisch-wetenschappelijke onderbouwing biedt voor het bestaan van “multiple chemical sensitivity” als syndroom of ziekte. Deze conclusie doet niets af aan het belang van de beoordeling van de mogelijke relaties tussen gecombineerde blootstellingen en het optreden van gezondheidsklachten.
Mogelijke relaties tussen gecombineerde blootstellingen en het optreden van gezondheidsklachten moeten dus wel beoordeeld worden.
Dr. Meinardi en dr. Blomme hebben de relaties tussen gecombineerde blootstellingen en het optreden van gezondheidsklachten beoordeeld en schrijven mij constante luchtzuivering c.q. een installatie die daarnaast ook overdruk bewerkstelligt, voor.
En daar waar degene last heeft van ademhalingsklachten heeft het de voorkeur om de reguliere behandeling met inhalatiecorticosteroïden en antihistaminica te gebruiken.
Dit dacht ik al voldoende weerlegd te hebben in mijn bezwaarschrift naar het CIZ:
Deze uitspraak is geheel gebaseerd op vooroordelen en niet op onderzoek.
Onderzoek is in 2003 gedaan door longarts dr. Toben, die ik, gebracht per auto en rolstoel, consulteerde wegens ‘benauwdheids’-klachten. Hij kon mij niet helpen want mijn longen zijn geheel in orde; zelfs provocatie met histamine leverde geen reactie op.
Het enige wat hij door mijn verhaal over de invaliderende ‘benauwdheids’ gevoelens in het ‘mooie’ doch qua luchtkwaliteit lelijke jaar 2003 kon zeggen, was, dat ik kennelijk soms aan hyperventilatie leed.
In de beginperiode van de aanvallen van invaliderende ‘benauwdheid’ hyperventileerde ik kennelijk en dat kwam doordat deze heel beangstigend waren, mede doordat ik dacht dat de ‘benauwdheid’ betekende dat ik dan acuut zuurstofgebrek in mijn bloed had zoals ik dat van een lotgenote kende, die daardoor geregeld in een gevaarlijke shocktoestand kwam. Bij mij bleek dat gelukkig niet het geval:
tests door longarts Toben wezen uit dat mijn bloed meer dan genoeg zuurstof bevatte; daardoor verdween de angst en daarmee de soms aan de ‘benauwdheids’ aanvallen gepaard gaande hyperventilatie.
Dr. Toben (020 6921763 en 020 5993042) nam mijn klachten wel zeer serieus en zei dat ik aan een onbekende ziekte leed/lijd.
Wetenschappelijke onderzoeksresultaten:
Toxicoloog Daunderer en dr. Cheney rapporteren bij het benauwdheidgevoel zuurstofgebrek in de weefsels en in de cellen. Dit is bij mij het geval want ik word ik na blootstelling aan vooral dieseluitlaatgas steeds ‘benauwder’ als ik me beweeg en ik ben daar dan ook nauwelijks toe in staat. Bescherming door mijn mobiele luchtfilter voorkomt deze klacht meestal en voor het grootste deel, want bij vermindering van overdruk in de helm en inwaai van uitlaatgas heb ik er in een in verhouding lichte mate last van als ik me in het verkeer begeef.
Een andere invaliderende klacht die bij mij door adequate luchtzuivering voorkomen wordt, is pijn in en gezwollenheid van de dikke darm waarvan onomstotelijk vaststaat dat die bij mij vooral veroorzaakt wordt door wasmiddelparfum en vliegtuiguitlaatgassen en, om precies te zijn:
ik krijg deze klacht ook als ik gerookte en gegrilde vis eet.
En waarschijnlijk, indien ik het zou eten: ook door ander gerookt en gegrild voedsel. Begrijpelijk, want mijn lichaam reageert op gifstoffen zowel uit de lucht als op die aanwezig in voedingsmiddelen.
Pijnlijke slijmvliezen zoals van de mond, de luchtwegen en de urinewegen, krijg ik zelfs ondanks constante bescherming door mijn mobiele luchtfilter als de lucht extra vervuild is door vliegtuiguitlaatgassen en/of fabrieksuitstoot. ‘s Zomers ervaar ik deze klachten in Amsterdam tijdens ‘vliegpieken’, namelijk tijdens de weekeinden en het hele jaar door tijdens periodes met overwegend noordwestelijke wind die fabrieksuitstoot van de Hoogovens, de Zaanstreek en het Amsterdams noordwestelijk industrie- en risicogebied over o.a. Oud West verspreid. Hetzelfde effect hebben bezoeken aan industriegebieden zoals Koog aan de Zaan die me klachten aan deze slijmvliezen opleveren.
Een pijnlijke rode huid met aanvallen van beroerd voelen heb ik thuis regelmatig. Die worden vooral veroorzaakt door gassen uit parfums en parfumhoudende producten die daar in de onvoldoende gezuiverde lucht aanwezig zijn.
Door deze voorbeelden te geven, hoop ik te laten invoelen hoe de bescherming die ik nu heb voor mij werkt en wat de nog op te lossen beperkingen ervan zijn.
In mei 2006 zond u ter onderbouwing van uw klachten een brief van de dermatoloog Meinardi, waarvan de datering niet duidelijk is. In dit schrijven gaat hij in op het symptomencomplex die hij passend vindt bij MSC. Tevens meldt hij in dit bericht dat hij u zal oproepen voor een nader onderzoek naar een voedingsallergie. Ook uit deze brief is op generlei wijze een medische onderbouwing te geven voor een luchtzuiveringsinstallatie in huis.
Omdat ik om gezondheidsredenen een periode in het buitenland was, heb ik toen een eerdere brief van dr. Meinardi gestuurd die ik in mijn bestand had.
Later stuurde ik een brief van dr. Meinardi d.d. 30 augustus 2006. Zie bijlage
Kortom: U heeft wel klachten maar hiervoor krijgt u medicijnen en een onderzoek naar voedselallergie moet meer duidelijkheid scheppen.
Dit moet volgens mij zijn:
Kortom: U hebt wel klachten en om die te verlichten gebruikt u voornamelijk door uzelf bekostigde voedingssupplementen en dito ontoereikende, belastende en risicovolle luchtfilterapparaten.
Het starten van onder andere innovatief darmonderzoek naar allergie/overgevoeligheid voor voedsel- en chemische stoffen wordt steeds uitgesteld.
De overheid wil voorkomen dat er ruchtbaarheid aan wordt gegeven dat veel chemicaliën MCS en daaruit voorkomende aan MCS gerelateerde klachten kunnen veroorzaken en zorgt ervoor dat onderzoek door artsen die zich in de ziekte verdiepen, gestagneerd wordt.
Eerdere voorbeelden van voornoemd mechanisme zijn: Het bagatelliseren van de gevaren van het giftige houtimpregneermiddel: wolmanzout
Zie http://www.libertarian.nl/NL/archives/000361.php
en de bekende langdurige tegenwerking door belanghebbenden van de tabaksindustrie voordat de schadelijkheid van tabaksrook erkend werd.
Dat wolmanzout en tabak giftig zijn en de gezondheid van in feite de wereldbevolking aantasten, is na een lange strijd van burgers erkend.
Voor het veroorzaken van en klachten wegens MCS zijn vele producten, vooral petrochemische, verantwoordelijk…

Tot die tijd concluderen wij dat u ten aanzien van de gevraagde woonruimteaanpassing geen aantoonbare ergonomische belemmeringen ondervindt op grond waarvan aanpassingen op medische gronden langdurig noodzakelijk zijn.
Hieruit volgt dat gesteld wordt dat aanpassingen op medische gronden kortdurend noodzakelijk zijn.
Ik hoop dat mijn constatering klopt en dat u mij de woonruimteaanpassing gunt voor de hopelijk korte tijd die nodig is om de Nederlandse lucht weer schoon te krijgen of tot onderzoek en behandeling mijn klachten heeft doen verdwijnen.

Ten overvloede wellicht:

Krachtens art. 173a...wetboek van strafrecht is het strafbaar schadelijke stoffen in de lucht te brengen
Fabrieksuitstoot van Hoogovens, de Zaanstreek en het westelijk (bekend als een risico-) havengebied en van verder gelegen industriegebieden, uitlaatgas van auto’s en vliegtuigen, verbrandingsgassen en parfums vergiftigen de lucht in Amsterdam (onder andere natuurlijk).
Krachtens art. 10...grondwet moet de persoonlijke levenssfeer eerbiedigd worden.
Deze wordt naast door bovenstaande vervuilers ook aangetast door toestaan van het vrijelijk in de omgevingslucht verspreiden van gassen van tabak- en cannabis producten en van verbrandingsproducten van aardgas, hout en dergelijke.
Krachtens art. 11...grondwet moet het lichaam onaantastbaar zijn.
Mijn lichaam reageert op in de lucht aanwezige gifstoffen met ontstekingen in alle orgaansystemen. De meeste klachten worden voorkomen door ademhalingsbescherming; wat niet wegneemt dat ik huidklachten heb die ontstaan doordat mijn huid door mijn verleden met een chronische blootstelling aan oplosmiddelen, verhoogd doorlaatbaar is.
Krachtens art. 21...grondwet is de zorg van de overheid gericht op bewoonbaarheid, bescherming en verbetering van het leefmilieu.
Zolang het leefmilieu niet aan de normen voldoet, heeft de overheid de plicht om maatregelen te nemen en voorzieningen te treffen om chronisch zieken en andere zwakke groepen te beschermen.
Krachtens art. 22...grondwet treft de overheid maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
Omdat vaststaat dat de luchtvervuiling de levenskwaliteit en –verwachting negatief beïnvloedt moet daarom in iedere woning, te beginnen in die van chronisch zieken, kinderen en ouderen, luchtzuiverings­apparatuur geplaatst worden.
Krachtens art. 4... warenwet is het verboden waren te verkopen die een gevaar opleveren voor de volksgezondheid.
Waren die een gevaar opleveren voor de volksgezondheid: fossiele brandstoffen, parfums, tabakswaren, oplosmiddelen, reinigings- en ‘verfrissings’ middelen, kunststoffen met weekmakers enz. enz.

Ziekmakende vloer.
In 1985 heb ik polyurethaanlak met isocyanaten gekocht en daar toen in 1986 de kurkvloer in mijn woning mee geschilderd (met een gasmasker op) wat samen met de constante blootstelling aan oplosmiddelen vanaf voor mijn geboorte (mijn vader was kunstschilder met zijn atelier in de woning, waar ik zelfs een periode sliep. (Zie bijlage over schilderskinderen onderaan) mijn gifemmer liet overlopen en mijn chronische ziekte, genaamd MCS, veroorzaakte. En door het voortdurend vrijkomen van gassen uit de vloerlak verslechterde mijn conditie sindsdien steeds meer.
Lak met isocyanaten werd na 1986 voor toepassing binnenshuis verboden. Dat oplosmiddelen en isocyanaten schadelijk zijn is nu algemeen bekend en wet- en regelgeving voor gebruik ervan is aangepast.
Conclusie: De regering en de gemeente zijn in gebreke in het voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit en door het in omloop houden van schadelijke producten. Zolang gassen van schadelijke producten nog in overmaat in de Amsterdamse lucht voorkomen, moeten de daardoor ziek geworden burgers daar als eerste tegen beschermd worden.
Met in achtneming van:
Wettelijk kader Artikel 2.6 lid 1 van de Verordening Voorzieningen Gehandicapten luidt als volgt: Burgemeester en Wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van woonruimteaanpassing indien de aanpassing leidt tot opheffing of aanzienlijke vermindering van de ergonomische belemmeringen die een gehandicapte bij het normale gebruik van zijn woonruimte ondervindt.
verzoek ik u met klem mij voor een kortdurende periode een overdruk bewerkstelligende luchtreinigingsinstallatie voor mijn woning toe te kennen om verergering van mijn ziekte te voorkomen en mij het door velerlei overlast gederfde woon- en leefgenot terug te geven zodat ik weer rust kan ervaren en me in mijn woning vrijelijk kan bewegen. Want:
Normaal gebruik betekent het gebruik net zoals bij valide personen. De problemen die men ondervindt bij het normale gebruik van de woning moeten betrekking hebben op beperkingen in de normale woonactiviteiten, zoals het bereiden van eten:
Het bereiden van eten is een riskante bezigheid want ik word door de filtering van geuren en gassen en door het afgesloten zijn met mijn helm niet gewaarschuwd als er iets staat (aan) te branden en door het constante gebrom van de luchtzuiveringsmotors niet als er een alarm afgaat.
slapen,
hiervoor geldt: dat is, zoals ik het nu genoodzaakt ben te doen, riskant: uitval van elektriciteit kan leiden tot verstikking omdat ik alleen kan slapen in een plastic zak of Tyvek™ tent opgeblazen door een luchtreiniger om ernstige buikpijnen en andere klachten die me het slapen verhinderen, te voorkomen.
Lichaamsreiniging
Douchen is alleen mogelijk als mijn woning voorzien is van de gevraagde voorziening en niet met het voor mij thans binnenshuis noodzakelijke mobiele luchtfilter.
en essentiële huishoudelijke werkzaamheden, zoals het doen van de was.
Een van mijn typische MCS klachten is chronische vermoeidheid. Daarom krijg ik hulp van een zorgverlener via een PGB. Mijn energieniveau zal zeer waarschijnlijk verbeteren vanaf dat de lucht adequaat gezuiverd wordt door een overdruk bewerkstelligende luchtzuiveringsinstallatie wat als mogelijke consequentie heeft dat de noodzaak van door de gemeenschap gefinancierde huishoudelijke hulp zal verminderen.
Ik hoop en wens dat ik u voldoende heb kunnen overtuigen van de oorzaken en de ernst van mijn aandoening en het aandeel dat u er in kunt hebben mijn omstandigheden te verbeteren.
Alvast mijn dank voor het meedenken en –werken en met het verzoek in staat te worden gesteld nadere gronden te mogen aanvoeren, verblijf ik met vriendelijke hoogachting,


Mirjam Ruijter

PS: met bijlagen
Startpagina over MCS en aanverwante zaken:
www.het-abc-van-mcs.nl

Bijlage:

Aangeboren afwijking bij schilderskinderen

http://www.nrc.nl/binnenland/article463903.ece

Door Elske Schouten ROTTERDAM, 23 FEBR. 2005

Huisschilders die met oplosmiddelhoudende verf werken, hebben vijf tot zes keer zoveel kans om kinderen te krijgen met aangeboren afwijkingen als timmerlieden. Dat hebben onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen vandaag bekendgemaakt. Van de schilders in het onderzoek had 4 procent een kind met een aangeboren afwijking.
Voor de controlegroep bestaande uit timmerliedenwas dit 0,7 procent. Volgens Mariëtte Hooiveld, een van de onderzoekers, ligt het percentage aangeboren afwijkingen in de hele bevolking op 1,5 tot 2 procent. Dat timmerlieden lager scoren, komt doordat werkenden gezonder zijn dan de samenleving als geheel. De onderzoekers ondervroegen 400 schilders en 300 timmermannen over de drie maanden voordat hun vrouw zwanger werd. Dat is de tijd die het spermacellen kost om te rijpen. De mannen werd gevraagd of hun kind later werd gediagnosticeerd met een aangeboren lichamelijke afwijking. Daarnaast werd gevraagd of hun kinderen de diagnose hadden gehad van een geestelijke afwijking, zoals ADHD.
Voor schilders was dit 5 procent, voor timmerlieden 3 procent. De schilders in het onderzoek kregen kinderen tussen 1970 en 2000. Waarschijnlijk loopt de huidige generatie schilders minder risico, doordat schilders sinds 2000 verplicht zijn om oplosmiddelarme verf te gebruiken wanneer ze binnenshuis werken.
Of deze maatregel afdoende is, blijft volgens Hooiveld onzeker. De onderzoekers hebben van elke schilder de blootstelling aan oplosmiddelen met een model proberen te schatten. Voor alle afwijkingen samen gold dat hoe groter de blootstelling was, hoe meer kans bestond op afwijkingen. Voor lichamelijke afwijkingen bleek dat zelfs een geringe blootstelling zorgde voor een verhoogd risico. Dit heeft ook consequenties voor doe-het-zelvers die vaak wel verf met oplosmiddelen gebruiken, zegt Hooiveld.
Eerst het nieuwe huis schilderen om daarna met kinderen te beginnen, is wellicht niet slim.
Hooiveld: "Als dat verhoogde risico op afwijkingen echt door de oplosmiddelen komt, moet je uitkijken dat je niet op het verkeerde moment met een potje verf aan de gang gaat." Er werd ook gekeken naar de kans op een miskraam en vroeggeboorte en de tijd die het kost om zwanger te raken. Hierbij scoorden schilders iets slechter dan timmerlieden, maar deze verschillen waren statistisch niet significant.
.
.
Een ander artikel over het zelfde onderzoek naar afwijkingen bij schilders- en timmermanskinderen:
.
>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>
.
HET DOOR B & W OVERGENOMEN ADVIES voor het op 26 januari 2007 verzonden besluit op bezwaarschrift.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dienst Wonen Afdeling Woonvoorzieningen Gehandicapten
Amsterdam, 15 januari 2007
.
06/0400/WVG

Advies naar aanleiding van het bezwaarschrift van mevrouw M. Ruijter d.d. 1 november 2006, ontvangen op 6 november 2006, gericht tegen het besluit van burgemeester en wethouders van 25 september 2006 waarbij een subsidie voor woonruimteaanpassing op grond van de Wet Voorzieningen Gehandicapten alsmede de Verordening Voorzieningen Gehandicapten is afgewezen.

Aan burgemeester en wethouders,

1. Inleiding

De directeur van de Dienst Wonen (hierna: de dienst) heeft namens u bij brief van 25 september 2006 aan mevrouw M. Ruijter meegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor een subsidie voor woonruimteaanpassing op grond van de Wet Voorzieningen Gehandicapten alsmede de Verordening voorzieningen gehandicapten (hierna: de verordening).

Tegen dit besluit heeft mevrouw M. Ruijter (verder te noemen: bezwaarde) tijdig het in de aanhef genoemde bezwaarschrift op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht ingediend.

Op grond van uw besluit van 10 december 2002 (nummer ROIB 2002/14091) ben ik aangewezen om over deze zaak een advies aan u uit te brengen.

Naar aanleiding van het bezwaarschrift is bezwaarde uitgenodigd voor een hoorzitting op 5 december 2006. Bezwaarde heeft ter zitting het bezwaarschrift nader toegelicht. Het verslag van de hoorzitting is bijgesloten.

2. Bezwaren

Bezwaarde voert, kort samengevat, het volgende aan:

-De keuringsarts van CIZ heeft bezwaarde niet zelf onderzocht. Er is geen lichamelijk onderzoek gedaan om te kunnen vaststellen of het gebruik van een luchtzuiveraar de klachten van bezwaarde doet verminderen. Volgens bezwaarde is een luchtzuiveraar voor haar de enige mogelijkheid om met in verhouding milde klachten te kunnen functioneren.
-Het advies van CIZ is volgens bezwaarde niet op zorgvuldige wijze tot stand gekomen omdat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de oorzaak van de klachten en naar de klachten zelf en omdat de specialist dr. Meinardi niet geconsulteerd is.
-Het feit dat er voor de klachten van bezwaarde momenteel geen medisch-wetenschappelijke onderbouwing bestaat doet er volgens de Gezondheidsraad niet aan af dat beoordeeld dient te worden wat de mogelijke relatie is tussen blootstelling aan de lucht en het optreden van gezondheidsklachten.
-De conclusie dat bezwaarde geen aantoonbare ergonomische beperkingen ondervindt op grond waarvan woonruimteaanpassing op medische gronden langdurig noodzakelijk is, rechtvaardigt volgens bezwaarde een aanpassing die van korte duur is.
-Het energienivo van bezwaarde zal waarschijnlijk verbeteren door luchtzuivering zodat zij huishoudelijke werkzaamheden beter kan verrichten wat mogelijk tot gevolg zal hebben dat nu door de gemeenschap gefinancieerde huishoudelijke hulp niet meer noodzakelijk zal zijn.

3. Juridisch kader en beleid

Per 1 januari 2007 is de Wet Voorzieningen Gehandicapten ingetrokken en is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna: WMO) in werking getreden.

Per 1 januari 2007 is de Verordening voorzieningen gehandicapten ingetrokken en is de Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, Gemeenteblad 2006, afdeling 3-A, nr. 208/412 (hierna: de verordening) in werking getreden.

In casu zijn de aanvraag en het bezwaarschrift ingediend voor 1 januari 2007, zodat daarop de Wet Voorzieningen Gehandicapten en de Verordening voorzieningen gehandicapten nog van toepassing zijn. De bepalingen in de regelgeving die vanaf 1 januari 2007 van kracht is geworden zijn niet gunstiger voor bezwaarde.

In art. 2 lid 2 aanhef en onder a van de verordening is bepaald dat een algemene of individuele voorziening slechts wordt toegekend voorzover deze langdurig noodzakelijk is
om de beperkingen op te heffen of aanzienlijk te verminderen.

In art. 5 lid 2 aanhef en onder c van de verordening is bepaald dat burgemeester en wethouders aan een daartoe aangewezen adviseur om advies kunnen vragen indien de aanvraag woonvoorzieningen betreft. In art. 5 lid 3 onder a en b is bepaald dat een dergelijk advies ook gevraagd kan worden als het voornemen bestaat de aanvraag om medische redenen af te wijzen of wanneer burgemeester en wethouders een dergelijk advies noodzakelijk vinden. In art. 5 lid 4 is bepaald dat de door u aan te wijzen adviseur kan beschikken over een van de volgende deskundigheden: medische kennis, sociale kennis, psychologische kennis, ergonomische kennis of technische kennis.

In art. 23 lid 1 aanhef en onder a van de verordening is bepaald dat burgemeester en wethouders alleen een individuele woonvoorziening verlenen ter compensatie van aantoonbare beperkingen bij het normale gebruik van de woning.

De Verordening voorzieningen gehandicapten bevatte soortgelijke bepalingen.

4. Feiten

Blijkens het dossier dat van bezwaarde bij de dienst is bijgehouden en dat ter inzage heeft gelegen alsmede het verhandelde tijdens de hoorzitting kan voor het feitelijk verloop van het volgende worden uitgegaan.

Bezwaarde heeft op 11 april 2006 bij het Centrum Indicatiestelling Zorgverlening (CIZ) Amsterdam een aanvraag ingediend voor subsidie met betrekking tot woonruimteaanpassing. CIZ adviseerde op 18 september 2006 negatief ten aanzien van deze aanvraag.

U heeft bij het in aanhef genoemde bestreden besluit d.d. 25 september 2006 besloten om het advies van CIZ over te nemen en de aanvraag van bezwaarde af te wijzen.

Naar aanleiding van het bezwaarschrift is de behandelende afdeling om commentaar gevraagd. In een ambtsbericht d.d. 9 november 2006 deelt de dienst mee in hetgeen in het bezwaarschrift wordt gesteld geen aanleiding te zien het bestreden besluit te herzien.

5. Overwegingen en beoordeling van de bezwaren

Thans is aan de orde de vraag of u terecht heeft geweigerd om aan bezwaarde subsidie voor de door haar aangevraagde woonruimteaanpassing te verlenen.

Het onderzoek naar de situatie waarin bezwaarde verkeert is mede gedaan op basis van de door bezwaarde beschikbaar gestelde informatie en heeft naar mijn oordeel wel degelijk op zorgvuldige wijze plaatsgevonden. Volgens vaste jurisprudentie hoeft een medisch adviseur de aanvrager niet zelf te onderzoeken doch mag deze afgaan op vanuit de behandelende sector verstrekte medische informatie tenzij blijkt dat deze informatie pertinent onjuist of dusdanig gebrekkig of onvolledig is dat daar in redelijkheid het advies niet op gebaseerd had kunnen worden. In dit geval bestond er naar mijn mening geen aanleiding om van dit vaste beleid af te wijken en was de informatie waarover de adviseur van CIZ beschikte voldoende toereikend om het advies op te kunnen baseren. Ik deel dan ook niet het standpunt van bezwaarde dat onvoldoende onderzoek is verricht naar haar medische klachten.

Uit het advies van CIZ blijkt overigens dat de adviseur van CIZ de van de behandelend specialist dr. Meinardi afkomstige informatie wel degelijk bij het advies heeft betrokken. In een e-mail bericht van 9 januari 2007 werd door CIZ bovendien desgevraagd bevestigd dat op verzoek van bezwaarde zelf medische informatie werd ingewonnen bij de huisarts van bezwaarde, te weten dr. Nijhof (en niet de in het bezwaarschrift genoemde dr. Bos) alsmede bij dr. Blomme.

Uitgangspunt bij verlening van woonvoorzieningen is volgens de jurisprudentie dat sprake moet zijn van aantoonbare medisch objectiveerbare klachten die een beperking bij het normale gebruik van de aan te passen woonruimte opleveren. Een woonvoorziening wordt dernaast slechts toegekend voorzover deze langdurig noodzakelijk is om de ondervonden beperkingen bij het normale gebruik van de woning op te heffen of aanzienlijk te vermin-deren. Het moet daarbij volgens vast beleid ondersteund door de jurisprudentie gaan om beperkingen die in directe relatie staan tot de bouwkundige vormgeving en/of woon-technische opzet van de woning. Terecht werd door CIZ en de dienst geoordeeld dat in dit geval ten eerste geen sprake is van medisch objectiveerbare klachten en ten tweede dat geen sprake is van beperkingen in relatie tot de de bouwkundige vormgeving en/of woon-technische opzet van de woning. Er is bij bezwaarde veeleer sprake van een algemeen probleem dat zich ook zal voordoen op andere plaatsen dan in haar woning.

De door bezwaarde gevraagde voorziening valt dan ook niet binnen de reikwijdte van de toepasselijke regelgeving en kan gelet hierop dan ook niet worden verstrekt. Of er al dan niet een directe relatie bestaat tussen de klachten die bezwaarde ervaart en haar blootstelling aan de lucht kan dan ook in het kader van deze procedure in het midden blijven, temeer daar een dergelijk verband op dit moment medisch gezien niet objectief kan worden aangetoond. Een oplossing in de vorm van een woonruimteaanpassing voor de korte termijn zoals door bezwaarde gesuggereerd werd past evenmin binnen de regelgeving, die immers ziet op aanpassingen die langdurig noodzakelijk zijn. Het al dan niet aanwezig zijn van huishou-delijke hulp is daarnaast geen criterium dat relevant is bij het al dan niet verstrekken van een woonvoorziening. Wat overigens of anderszins werd aangevoerd raakt niet de kern en kan verder buiten beschouwing blijven.

Er is in dit geval geen reden voor toepassing van de hardheidsclausule. Van bijzondere feiten en/of omstandigheden die aanleiding geven bezwaarde anders te behandelen dan andere aanvragers van een woonvoorziening is immers niet gebleken.

Gezien het bovenstaande concludeer ik dat het bestreden besluit terecht en op goede gronden werd genomen en dat er derhalve geen reden bestaat dit te herzien.

6. Advies

Ik adviseer u gezien het bovenstaande het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en het bestreden besluit te handhaven.

Amsterdam, 15 januari 2007
.
mr. J. Smit, belast met de voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift
.
....................................................................

Rechtbank Amsterdam zitting 26 Maart 2008

Uitspraak 2 April 2008

Door 1 x te klikken, wordt een foto schermbreed zichtbaar